De Drie Wijzen - Deel II


Mijn uitwisselingsjaar in Venezuela was op heel wat vlakken eye opener. Over de avonturen die ik daar meemaakte, kan ik gerust een boek schijven. Of op zijn minst een paar blogs vullen. Maar dat is misschien voor later. Er is echter één verhaal dat ik absoluut nu wil vertellen. (Lees: Drie Wijzen Deel I)


Het was mij bijna niet gelukt, want ik had er gewoonweg het geld niet voor. De organisatie die de ‘uitgewisselde’ studenten begeleidde, had op het allerlaatste moment - lees: vlak voor het einde van het jaar - dan toch een trip kunnen regelen naar La Gran Sabana. Oftewel De Grote Savanne. Een enorm stuk woeste wildernis als thuishaven van The Angel Falls; met zijn 979 meter de hoogste waterval ter wereld. 

Ze hadden ons al een paar maanden beloofd dat de trip er zat aan te komen, maar een belofte in Venezuela is evenveel waard als een chocolademunt op de bank.

Als men zegt; ‘Te buscamos a las dos’ (we pikken je om 14u op), mag je van geluk spreken als ze om 16u al toekomen. Ik ben meermaals het Vlaamse uilskuiken geweest dat om 13u55 stipt op de stoep stond te wachten.

Maar goed, alles went. Zo ook loze beloftes. 

De trip naar de Waterval des Engelen had ik ondertussen zowat op mijn buik geschreven. 

Maar wonder boven wonder kwam er dan toch een bericht dat de trip geregeld was. We zouden volgende week vertrekken; drie dagen letterlijk ‘den bos in’ , en 500 euro armer.

Mijn jaar was echter bijna om, en mijn geld zo goed als op. Maar tijd had ik des te meer. En een kans ook, al zou het mijn laatste zijn. 

Gelukkig dacht mijn vader er - na een hoop gezaag en geklaag van mijn kant - net zo over. 

Ik had mijn sponsor gevonden! 


Een week later zat ik dan toch in mijn gegeerde vliegtuig. Ik zweefde boven de savanne en ging steeds dieper de jungle in. Wat een pracht! 


Maar het was niet zonder gevaar. De verscheidenheid aan spinnen, slangen en ander ongedierte vermijdend, was het bovendien opletten om niet te pletter te stortten in de genadeloos diepe kliffen. En waar ik het ene moment vol bewondering was voor de Indianen en hun regendans (en met dankbaarheid verkoeling zocht in het ijskoude bronwater van de rivier), vervloekte ik slechts enkele minuten later elke regendruppel die uit de hemel viel. 

Diegenen die denken dat het in België veel regent, hebben klaarblijkelijk nog nooit een moessonregen meegemaakt. Laat ons zeggen dat ik nooit nog een regendans doe. 

Behalve op een trouwfeest misschien. Ooit. In een post-corona tijdperk. 


Overdag brandde ik me aan de zon. Maar ’s nachts vond ik de lang verwachte Warmte - met een hoofdletter - aan de vlammen van een kampvuur. Het enige lichtpuntje in de jungle van duisternis. En ondanks het feit dat vuur en ik een haat-liefdeverhouding hebben (Lees: Femmes contre les Flammes), knetterde de liefde er lustig op los.

Op zo’n moment besef je ten diepste wat De Mens moet hebben gevoeld toen hij voor het eerst vuur maakte. 

Of is dat gewoon broodje aap verhaal? Gaf God de mens niet gewoon sinds het begin der tijden de instructies voor het maken van vuur?


Het was niet de eerste keer dat ik in slaap viel onder de sterrenhemel. Maar wakker worden met een spectaculair zicht op de ontzagwekkende Salto Angel, dát zou ik nooit meer meemaken. Gekraakt en gebroken krabbelde ik recht uit de wiebelde hangmat waar ik de avond voordien als een vermoeid rupsje in was gaan cocoonen. Vandaag was ik een vlinder, ik voelde het! 

Intens dankbaar voor al dat moois - maar ook uitermate verlangend naar een lauwe douche en een cocktail aan het strand -  zou ik vandaag weer de bewoonde wereld tegemoet vliegen. 


Het werd nog een race tegen de klok. Een heel stuk te voet, een groot deel per kano, een korte periode zwemmend én op het laatste in één ruk rennend richting de eindmeet; het strand waar het vliegtuigje ons zou komen ophalen. We waren er bijna … ware het niet dat we op het verkeerde strand arriveerden. Ons vliegtuigje bleek ons te staan opwachten helemaal aan de overkant van het gigantische meer …

Vraag mij niet hoe ze het uiteindelijk voor elkaar hebben gekregen, maar ten lange laatste zaten we met zo’n tiental jongeren op elkaar geperst in een kleine speedboot. Eén van de jongens had het grappig gevonden mij op dat moment nagelbijtend vast te leggen op foto. Ik had het niet door. Maar ik had zoveel niet door. 

Pas toen we het strand aan de overkant hadden bereikt en we het vliegtuig op wilden rennen, nam ik de tijd me nog even om te draaien en een blik te werpen op het meer dat we net hadden overgestoken, en al het moois eromheen. 


Ik had een déjà vu. Het beeld dat ik zag kwam me zo bekend voor dat ik het gevoel had hier eerder te zijn geweest, alleen … dat kon niet. Ik stond gedurende enkele seconden wezenloos voor me uit staren. Het ‘Tshierley ven!’ dat meermaals geroepen werd op de achtergond, veranderde in een gedempt gefluister. Het begon stilaan tot me door te dringen wáár ik met mijn mond vol tanden naar stond te staren.  

En ze staarden terug, zoals ze dat altijd hadden gedaan; De Drie Wijzen.


Ik kan niet met woorden beschrijven wat er toen door me heen ging. Ik was niet naar Hen op zoek geweest. Maar hier stonden ze toch; statiger dan ooit, in al hun glorie, vlak voor mijn verbrande neus. 


“Bidt, en u zal gegeven worden. Zoekt, en gij zult vinden. Klopt, en u zal opengedaan worden.” (Matt. 7: 7-8) 


O, gebeden had ik. Was dit de beloning voor mijn doorzettingsvermogen? Voor het in handen nemen van mijn eigen genezingsproces (Lees: Anorexia)? En voor mijn niet aflatende geloof in het feit dat uiteindelijk alles goed zou komen? 


“Wij weten nu, dat Gods alle dingen doet meewerken ten goede voor hen, die God liefhebben.” (Rom. 8:28) 


Nu weet ik het ook. Maar toen wist ik even niets meer. Ik weet enkel nog dat ik Kristiina (mijn Estlandse vriendin) van het vliegtuig trok - daarbij meerdere mensen letterlijk tegen de borst stootend - en haar verplichte een foto te maken van mij bij de Drie Wijzen. Omwille van tijdsgebrek werd er maar één foto gemaakt. Maar één foto was genoeg. Tijdens de momenten waarop ik mijn geloof dreig te verliezen, betekent deze ene foto namelijk alles.

Ik was op het juiste moment op de juiste plaats; door naar mijn intuïtie te luisteren was ik mijn bestemming aan het vervullen. 

Hierbij kreeg ik hulp van een Hogere Macht, die exact wist waar ik op dat moment nood aan had; bevestiging om door te gaan. 

En zo weet ik nu; "Ik kom er wel.” Al is het met trail and error ;-) 


Reacties

Populaire posts van deze blog

De Krachten van Gedachten

11 Emoties van een miskraam

De Transformatie van de Vlinder