Atypisch Autisme - Interview met mijn zoon

Sagán, mijn 10-jarige zoon, werd gediagnosticeerd met ASS toen hij pas 3 jaar oud was (Lees: Leven met ASS). 

Aan 8 jaar werd hij nog eens her-test, omdat zijn symptomen enigszins milder waren geworden dan als kleuter. 

Wat op zich vrij atypisch is, want meestal worden de symptomen net méér uitgesproken met ouder worden. 

Maar aangezien er bij hem ook gehoorproblematiek aanwezig is, dachten de specialisten dat dit eventueel ook de autisme-symptomen kon verklaren. 

Toch kwam uit de tweede test opnieuw naar voren dat er voldoende aanwijzigingen zijn om te spreken van een ‘vorm’ van ASS. Meer uitleg kregen we niet.  


Sagán is vrij sociaal, dus mensen die hem niet zo goed kennen, merken het meestal niet op in een eerste contact. 

Het komt tot uiting in kleinere, subtielere zaken. 

Maar ik heb niet de indruk dat hij er zelf veel last van ondervindt, en wij als gezin eigenlijk ook niet meer.

Voor ons is iets gewoon ‘typisch Sagán’. 

Ik stel me zelden nog de vraag of een bepaald gedrag of een bepaalde uitspraak voortkomt uit zijn autisme. 


Dat was vroeger wel anders. Toen had hij veel last van tics en dingen die hij ‘moest’ doen. 

Hij kon niet door de ene deur naar binnen en door een andere naar buiten. Vooral in winkels met een andere in- en uitgang, zorgde dit weleens voor problemen. 

Gestreepte lantaarnpalen leken voor hem op snoepjes en die moest hij dan ook ‘opeten’, waardoor hij begon te 'smekken' telkens we er een passeerden. 

En ik kan nog wel even zo doorgaan …. Maar zo’n dingen zijn eigenlijk wel verbeterd met ouder worden. 

Komt dit nu omdat hij zich er bewust van is, en zichzelf dus kan bijsturen? 

Of heeft hij er effectief geen last meer van? 

Tijd om het uit te zoeken. 


Ik onderwierp hem aan een paar vragen. Oordeel zelf of hij antwoord als een normale 10-jarige jongen. Of valt er hier en daar toch iets typisch autistisch te bespeuren? 



Heb je soms het gevoel dat je anders bent dan andere mensen? 


“Het zijn hier direct al moeilijke vragen, hoor. 

Ja, door mijn oorapparaten en mijn oogproblemen. 

Ik vind dat jammer, maar niet ambetant, want ik ben gewoon mezelf.” 


Heb je veel vrienden? 


“Ik heb veel vrienden. Meer dan 35 of 50 in het echt. Allemaal dichte vrienden. 

En ik heb er meer dan 200 via games.” 


=> Hij heeft er alvast meer dan mij. 


Op basis van wat noem je iemand een ‘vriend’? 


“Als we samen eten, veel lachen, dezelfde games spelen, als we bellen met elkaar en dezelfde interesses hebben.”


Heb je soms moeite met begrijpen wat de meester zegt in de klas? 


“Herhaal die vraag eens.”


Heb je soms moeite met begrijpen wat de meester zegt in de klas?

 

“Eigenlijk niet. 

Soms wel. 

Maar dat ligt dan aan mijn oorapparaten.”


Maar je begrijpt altijd alle opdrachten in de klas?


“Ja, tuurlijk”.


=> Ik heb daar serieus mijn bedenkingen bij. 


Waarom ga je naar het revalidatiecentrum (Reva)? Wat leer je daar?


“Omdat ik moet. Ze leren mij niets. Het is herhaling van het tweede leerjaar en ik zit in het zesde! Ik heb dat niet nodig. Ik zit daar dan en heb altijd superveel honger.”


Vind je niet dat het Reva jou helpt?

 

“Helemaal niet, ik zat daar in een stom groepje met allemaal domme en rare kinderen. We speelden dan kleuterspelletjes. De ene begreep niets, de andere zat naar de wolkjes te kijken, nog een andere zat een koekje te eten, nog één zat weg te lopen, en de laatste zat op de muur te spugen. 

En het spel dat we moesten doen was echt voor kleine kinderen. Ze waren allemaal even dom als Sifra, en Sifra is al zo dom. Zij kan nog niet eens 1 + 1.” 


=> Sifra is zijn zus van 4 jaar. 


Als je het even moeilijk hebt, wat helpt jou dan om tot rust te komen? 


“Youtube kijken, Netflix kijken en natuurlijk gamen. Vooral Roblox. Brookhaven, Bussy bussines, Welcome to bloxburg, …”


=> Toen heb ik hem stilgelegd of ik zat daar de volgende dag nog. 


Zijn er bepaalde dingen die je ‘moet’ doen voordat je aan iets anders kunt beginnen? 


“Zeker geen Redbull drinken voor het slapengaan.”


Heb je al eens Redbull gedronken dan?


 “Neen, eigenlijk niet.” 


Waarom zeg je dat dan? 


“Ik weet het niet. Moet ik iets anders bedenken? Ok euhm ….  

Eerst moet ik het lager afwerken, anders kan ik niet aan het middelbaar beginnen. 

En ik moet eerst een update gedaan hebben in Bloxburg, anders kan ik niet aan mijn volgende job beginnen.”


Zijn er bepaalde regels die je voor jezelf moet volgen? 


“Ik moet mooi aan de kant fietsen. Geen vuile dingen op straat gooien. Geen chips als ontbijt. Dat zijn toch normale menselijke regels? Wat vraag jij nu?” 


Waar ben je vies van? 


“Gesmolten kaas. 

Alle groenten, behalve als oma het klaarmaakt. 

Het is ook vies dat ik mijn haar moet wassen in bad terwijl mijn poep er ook in zit. Dan stinkt mijn haar direct weer. 

Ook iemand anders die zit te kotsen is echt vies.

Ik ben ook vies van Siána, want ze kan haar mond en snot niet afkuisen.”


=> Siána is zijn zus van 3 jaar. 


Op welke plaats ben je liefst? 


“In Ouddorp in Nederland. Het is daar gezellig en ik kan daar leren surfen.”


Welke dingen doe je helemaal niet graag?


“De auto legen na boodschappen. Het gerief van de kindjes opruimen. Mijn iPad delen. En dat moet je zeker opschrijven. Iedereen moet weten hoe stout de kindjes zijn.” 


Op welke plaats ben je niet graag? 


“Dat zei ik al. In het Reva. 

En ik ben ook niet graag in Roeselare. Ik krijg hier nooit een lekkere maaltijd. Het zijn altijd vieze groenten. De kindjes zijn ook altijd stout en ik mag niet eens op mijn gemak naar bed, ik moet mij altijd haasten.” 


=> Wij wonen dus in Roeselare. 

Voor het geval iemand een citytrip zou overwegen; blijkbaar moet je het niet doen voor de culinaire hoogstand. 


Heb je tics? 


“Vroeger wel, nu niet meer. 

Je had evengoed kunnen zeggen; wat herinner je je nog van vroeger?”


Ok, wat herinner je je nog van vroeger? 

 

“Ik herinner me dat ik in een buggy zat in Egypte en jullie mij de eetzaal binnen duwden, de deuren daar hadden een rond blauw glas in het midden.”


=> Klopt, en aangezien de eetzaal indruk heeft gemaakt, was het eten daar wellicht beter.


Welke dingen zijn echt heel moeilijk voor jou? 


“Zeg dat nog een keer.”


Welke dingen zijn echt heel moeilijk voor jou? 


“Moeilijk … moeilijk … moeilijk … goh …. Moeilijk. Wat is moeilijk? 

Sommige dingen op school, zoals bij ieder ander kind.

Maar spelling kan ik goed en taal kan ik heel goed.” 


En wat kun je niet goed? 


“Wel van wiskunde heb je getallenkennis, bewerkingen, cijferen, meten en metend rekenen. Daarvan kan ik sommige dingen wel en sommige niet. Maar schrijf maar gewoon blablabla op, dat boeit niemand.” 


Waarom is het belangrijk om goed te leren op school? 


“Omdat ik dan een job heb, geld kan verdienen, een klein huisje kopen en niet op straat moet leven. Maar dat is dan vanzelfsprekend als je een huis hebt.” 


“Hoe lang duurt het interview nog? 

Het mag nog lang zijn hoor, gewoon om te weten.”


Nog een paar vraagjes. Zou je graag een lief hebben? 


“Mama, dat weet je al. Neen. Ik wil geen gezaag in mijn huis en wil mijn geld niet uitgeven aan onnodige dingen. En ik wil rust, mijn bed en badkamer wil ik niet delen.”


Maar jij knuffelt toch graag?


“Ja, ik knuffel echt heel graag. Maar niet met vreemden. En elke vriend is een vreemde in het begin.”


=> Touché.


Wat is je grootste droom?


“Een estate huis met een groot zwembad. Een disco in huis en een winkel in huis. Dan moet ik niet om boodschappen. En dan kan ik al mijn vrienden uitnodigen. Geen meisjes.”


Waarom geen meisjes? 


“In vrienden staat er geen ‘in’. Dus een ‘vriendin’ komt er niet ‘in’.”


Naar welk land wil je nog eens op reis? 


“Sowieso Egypte en Nederland dan. 

Ik ben nog in geen enkel ander land geweest.”  


Je mag ook een nieuw land kiezen. 


“Ja maar mama, je zei; NOG eens. 

Als ik een nieuw land mag kiezen dan wil ik wel naar Hawaï.

Of Curaçao. 

Dat zijn chille landen.”

 

“Amai, zoveel dat jij typt voor een land met maar 7 letters.” 


Hoe weet jij dat dit chille landen zijn? 


“Ik weet wel iets van de wereld hé.” 


Waar ligt Caraçao dan?


“Curaçao ligt in Curaçoa. Net zoals België in België ligt. Dat wist je toch zelf hé, mama.” 


Wat wil je later worden? 


“Ik moet daar nog over nadenken. Politie, brandweer, architect, de ambulance, het ziekenhuis, tandarts… het is allemaal saai. 

Ah ja, ik weet het. Ik word game ‘promeur’ voor Roblox en andere games.” 


=> Programmeur dus. 


Weet je wat ‘autisme’ is?


“Dat weet ik door het programma ‘Durf te vragen’. Maar ik heb geen zin om het uit te leggen.” 


Dat was de laatste vraag, je mag terug gaan gamen. 


“Ik wil het wel eerst lezen hé. En ik ga ook een interview voor jou maken.”


=> Zo gezegd zo gedaan. Ik werd op mijn beurt aan een pittig interview onderworpen…



Mama, wat is het eerste waaraan je denkt als je weet dat je morgen gaat sterven?”


Dan zou ik bang zijn dat mijn kinderen mij niet zullen herinneren.”


“Daar moet je niet mee inzitten hé, mama. Ik zal jou sowieso herinneren, want ik heb nu dit interview. 

Je moet mij dan enkel nog het paswoord van je laptop geven, en daarna kun je rustig sterven.”

Reacties

Populaire posts van deze blog

De Krachten van Gedachten

11 Emoties van een miskraam

De Transformatie van de Vlinder