Zij zullen tot één vlees zijn


Mijn man en ik vormen, samen met onze 4 kinderen, een nieuw samengesteld gezin. 

We volgen hiermee een trend die steeds populairder wordt de laatste jaren. Nochtans is het niet iets om trots op te zijn. 


Had iemand mij pakweg 3 jaar geleden verteld dat ik nu mama zou zijn van 4 kinderen, dan was ik waarschijnlijk heel hard weggelopen. 

Ik wilde eigenlijk maar 2 kinderen. Ok, héél misschien nog een verwend nakomertje als ik de veertig naderde. Zo een ’tis-nu-of-nooit’ kindje. 

But here we are, 3 bevallingen en 4 kindjes later. Sagán is ondertussen 8 jaar, Sifra 2 jaar en baby Siána 3 maanden. De 14-jarige Eliana kreeg ik er gratis bij. Drie halen, vier betalen.


Toen Sagán vier jaar oud was, gingen zijn papa (G.) en ik - na en relatie van 6 jaar - uit elkaar. Omwille van Sagán’s problematiek was er van een tweede kindje niet onmiddellijk sprake. Nog voordat Sagán ‘broertje’ of ‘zusje' kon spellen, hadden we besloten apart te gaan wonen. Wel zijn we altijd vrienden gebleven. Ook nu drinkt G. hier altijd een koud biertje wanneer hij Sagán brengt of komt halen. Een warm biertje hebben we namelijk niet. 


Feit is dat, als iemand mij pakweg 3 jaar geleden had verteld dat ik nu een getrouwde vrouw zou zijn, ik nog harder was weggelopen. Na de scheiding van mijn ouders, was ik m’n geloof in het huwelijk verloren. Wat heeft het voor nut elkaar een belofte te doen, als die zo makkelijk kan verbroken worden? Als G. ervoor koos om bij mij te zijn, terwijl hij de vrijheid had om weg te gaan, was dit voor mij veel meer waard dan een papiertje in het stadhuis. 

G. en ik waren dan ook niet gehuwd, een bewuste keuze waar we beiden voor honderd procent achter stonden. 

G. was echter geen gelovig man. Mijn huidige echtgenoot R. is dat wel. 

Nochtans beweert R. dat een man niet ‘officieel’ gehuwd moet zijn om een vrouw te kunnen ‘opeisen’; wanneer die man gemeenschap heeft met een vrouw, is het zijn vrouw. Vanaf dat moment is hij verantwoordelijk voor haar. Ook wanneer een vrouw gemeenschap heeft met een man, is hij haar man. 

Dit geldt volgens hem dan weer niet wanneer er een condoom wordt gebruikt, omdat er dan geen letterlijke éénwording plaatsvindt. 


“Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten; 

en zij zullen tot één vlees zijn”. (Gen. 2:24)


In dat opzicht was ik inderdaad zijn vrouw; we hadden namelijk al een dochtertje samen. 

Aangezien ik niet wilde dat ook zij zou opgroeien in een gebroken gezin, besloot ik voor deze relatie te vechten. Ik deed wat ik gezworen had “nooit” te zullen doen; ik huwde.

Niet met veel toeters en bellen, maar heel sereen en bewust. Ten overstaan van God beloofde ik mijn man eeuwige trouw. Mijn trouwkleed was niet wit, maar zwart. Inwendig rouwde ik om het verlies van de vrijheid waar ik al die jaren zo hard voor had gevochten.


"De vrouw heeft niet zelf over haar lichaam te beschikken, doch haar man; 

eveneens heeft de man niet zelf over zijn lichaam te beschikken; doch zijn vrouw."

(Kor. 7:4)


Toch staat zwart niet enkel voor rouw. Het verwijst ook naar de kracht van de schepping; uit zwarte chaos is een oerknal voortgekomen, van waaruit al het nieuwe geboren of geschapen kon worden. 


"De aarde was woest en leeg, en duisternis lag op de vloed,

en Gods Geest zweefde over de wateren.

En God zei: Er zij licht, en er was licht."

(Gen.1: 2-3)


En dat licht heeft een vrouwelijke geleider nodig om te kunnen schijnen ... (Lees: Weg van een Wereldse Vrouw) . Wat een mooi bewijs dat het vrouwelijke nodig is om tot schepping te komen!  


Reacties

Populaire posts van deze blog

De Krachten van Gedachten

11 Emoties van een miskraam

De Transformatie van de Vlinder